Tandartsassistent Gustav Möntzer (45) kreeg deze week de schrik van zijn leven toen hij ontdekte dat hij in het bezit is van een aquarel geschilderd door Adolf Hitler. Hij kocht op zondag 20 april een werk van een straatartiest (‘een zwerverachtig type met opvallende snor’) op de Weense Opernring, de boulevard waaraan de Wiener Staatsoper ligt, het belangrijkste opera-gebouw van Oostenrijk.
Möntzer is liefhebber van de Oostenrijkse opera. Toen hij die dag het aquarel van zijn favoriete muziekgebouw kreeg aangeboden tijdens zijn dagelijkse wandeling over de boulevard, was hij verguld. Om de prijs hoefde hij het niet te laten: slechts 33 euro.
Bij thuiskomst bestudeerde hij het aquarel. Tram 73 die voorbij het operagebouw rijdt, bleek een oud model te zijn, uit de jaren tien of twintig van de vorige eeuw. Ook zag hij een kar met paard afgebeeld.
Führer Katalog
Toen hij deze week het werk aan een bevriende galeriehouder liet zien, werd deze bleek om de neus. Het in de nadagen van het Derde Rijk verloren gegaan geachte aquarel staat namelijk afgebeeld in de Führer Katalog, een in 1936 uigegeven boekwerk uitgegeven door de Nazi-uitgeverij Eher-Verlag met reproducties van Hitler’s schilderijen en aquarellen.
Konrad von Scheinenbauer-Trutztum bis Schlossteiner
De galeriehouder riep de hulp in van dr. Konrad von Scheinenbauer-Trutztum bis Schlossteiner, de internationaal gerespecteerde specialist in Hitlerwerken. Van architectonische schetsen tot tekeningen en schilderijen, alles heeft de Duitse kunsthistoricus vastgelegd in zijn standaardwerk Hitler der Künstler (2003).
Volgens Von Scheinenbauer-Trutztum bis Schlossteiner is het aquarel een origineel werk van de Führer, naar alle waarschijnlijkheid geschilderd in de periode 1908-1913 toen Hitler in de Oostenrijkse hoofdstad verbleef in een tehuis voor daklozen en de kost verdiende met aquarellen en beschilderde ansichtkaarten.
Onweer
Desgevraagd zegt Möntzer over de aankoop die dag: ‘Ik bekeek het schilderij en vroeg aan de artiest hoeveel het kostte. Hij noemde zijn prijs en ik gaf hem twee briefjes van twintig euro. Ineens hoorde ik achter mij een enorme klap. Terwijl ik het schilderij aanpakte, draaide ik mij om en zag hoe een enorme onweersbui boven Wenen uitbarstte. Wat vreemd was, want het was tot op dat moment stralend weer.’
‘Toen ik mij weer omdraaide was de schilder inmiddels weggelopen, zijn krukje, schilderijen en penselen onder de arm. Ik riep hem na dat ik nog zeven euro wisselgeld tegoed had. Zonder om te kijken stak hij zijn rechterhand in de lucht als groet. Ik liep achter hem aan maar opeens was hij verdwenen in een mist van regen.’
Möntzer heeft het aquarel aan het Duits Staatsarchief gegeven. ‘Dit wil ik niet aan de muur.’